|
||||||||
|
Ik vermoed dat ik niet de enige ben, die tot voor kort nooit gehoord had van dit Servische folk-collectief en dus vind ik het mijn taak u een beetje bij de zaak te brengen. De band werd zo’n vijf jaar geleden opgericht door Sinisa Gavric en de zussen Ivana en Alexandra Stosic en ze gingen zich van bij het begin toeleggen op een plejade van stijlen: van “Dark Fold”, “Doom”, en “Tribal” tot heel moderne elektronica en Sjamanistische drumpatronen…het zit allemaal in de mix en als je ook deze tweede plaat van het intussen zevenkoppige gezelschap beluistert, waan je je bij momenten tussen de Amerikaanse Indianen of de Australische aboriginals. Het gaat, met andere woorden, over vaak heel rudimentair gearrangeerde, maar toch subtiel gezongen en gespeelde muziek, waarvan je je zonder al te veel moeite kunt voorstellen dat ze dient om allerhande rituelen te ondersteunen. Een en ander wordt gezongen in het Macedonisch, het Servisch en het Wallachisch, de taal van Dracula en die van een aanzienlijke minderheid in Servië. Naar eigen zeggen van de muzikanten, worden de toon en de inkleuring geboren uit de constante discussies tussen Gavric en Ivana Stosic: hoe donkerder de één wil klinken, des te meer zal de ander proberen lichte tinten en accenten aan te brengen. Het is dus eigenlijk een soort muzikale strijd tussen beide strekkingen, maar dan wel met de bedoeling om elkaar ergens onderweg te vinden en tot een begrijpelijk, eenduidig resultaat te komen: liederen en melodieën worden opgebouwd, weer uiteengerafeld en opnieuw in elkaar gepast, net zo vaak en net zolang tot er een resultaat klinkt, waarin beiden zich kunnen vinden. Ik moet zeggen dat het met de heftigheid van die strijd nogal meevalt: de resultaten op de plaat klinken behoorlijk toegankelijk, als is het duidelijk dat de percussie een immens belangrijke rol speelt: zelfgemaakte percussie-instrumenten van allerlei omvang vormen, naast viool en didgeridoo, de ruggengraat van de muziek, die zeer duidelijk gericht is op de dansers, die bij live-concerten een deel van de aandacht naar zich toe zuigen. De band presenteert zich dan ook als een “tribe”, een volksstam, met eigen taal, ritmes, klanken en dergelijke. Het leidt tot een behoorlijk unieke luisterervaring, die je weliswaar enige moeite kost, maar algauw onweerstaanbaar tot dansen noopt. Ik verneem dat live concerten ook nog eens opgesmukt worden met bijzondere kostuums, maskers, dansers en podium-aankleding. Dat doet me vermoeden dat een concert van deze band een heuse belevenis moet zijn. Veel meer dan zo’n vermoeden heb ik niet nodig om geïnteresseerd te zijn, maar ik afwachting kan ik het best stellen met deze fijne CD. (Dani Heyvaert)
|